De oorsprong van het toeristische Keerbergen kan gezocht worden bij de bewoners van “Het Kasteel”. Zij hadden meerdere eigendommen op de Grote Heide en de Piervenshoek. Na 1907 werd de heer Goelens eigenaar van deze gronden, hij was getrouwd met de dochter van “Het Kasteel”. In 1911 liet hij een soort “kiosk” bouwen op de Grote Heide aan de oude Heihoeve, ook wel eens Ceulemanshoeve genaamd. Deze toeristische attractie werd met veel tamtam feestelijk en muzikaal ingehuldigd. Tevens trok hij een rijweg dwars door de bossen van Piervenshoek tot aan de hoeve. Het was de tijd van de eerste automobielen, vele rijke stedelingen uit vooral Brussel en Leuven kwamen met hun zware voituren aangereden maar bleven steken in de zanderige bosweg zodat menig Keerbergenaar een bijverdienste had om deze wagen weer rijbaar te duwen. De stoomtram Mechelen-Aarschot kreeg een halte aan de Heihoeve, menige stedelingen zochten aldaar rust en verpozing om ’s avonds alweer tevreden huiswaarts te keren. Wereldoorlog I remde deze exploitatie volledig af.

 

Na de oorlog stelde hij een verkavelingsplan op en werden verschillende wegen aangelegd. Via reklame op radio en in de krant werd Keerbergen gepromoot, elke zondag werden speciale bussen Brussel-Keerbergen ingelegd die ’s avonds terugkeerde naar de stad. De zaak was aan het rollen: de grondloten gingen vlot van de hand. In 1933 werd de Heihoeve herschapen tot café-restaurant met een groot terras en werd er een vliegveld aangelegd. Luchtdopen en vliegstoeltjes waren een grote aantrekkingspool.

 

In 1962 verdwenen de hoeve en het vliegveld en werd op deze plaats een langwerpig meer aangelegd. De gronden rond het meer werden verkaveld en verkocht. Er staan heel wat luxueuze villa’s te bewonderen. Het zicht op het meer is vandaag bijna volledig verdwenen. De volledige toer rond het meer bedraagt 5 km.

 

Aan het De Marcken De Mercken Plein kan u even uitrusten op een bank en een glimp opvangen van het meer.